• darkblurbg
    Kinderdagverblijf 't HUMMELHÛÛSKE!

Bij kinderopvang ’t Hummelhûûske heeft ieder kind een eigen mentor. De mentor is het eerste aanspreekpunt voor de ouders. Tevens verzorgt de mentor de observaties, de oudergesprekken en draagt hij zorg voor het bijhouden van het overdrachtsschriftje, genoemd ‘’t hummelbukske’.
Het ‘hummelbukske’ is een "over en weer boekje" tussen thuis en het kinderdagverblijf gedurende het eerste levensjaar. Komen kinderen op latere leeftijd naar het kinderdagverblijf, dan wordt hier ook nog een korte periode gebruik van gemaakt. Na de eerste verjaardag blijft het boekje op ’t Hummelhûûske en zal het door de mentor worden bijgehouden.
Er worden allerlei werkjes en foto’s ingeplakt, zodat ieder kind aan het einde van de opvangperiode een compleet persoonlijk logboek heeft.

In ’t Hummelhûûske volgen alle pedagogisch medewerkers op de groep het welbevinden en de ontwikkeling van de kinderen. We dragen hierin een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Tussentijds is er onderling overleg en tijdens het teamoverleg is het onderdeel kindbespreking een vast item.

Voor de observaties maken wij gebruik van het kindvolgsysteem het PeuterPlusPlan.
Met dit systeem volgen we de ontwikkeling van het kind in de leeftijd van 0 - 4 jaar op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotioneel functioneren. Het kindvolgsysteem vormt een doorgaande lijn met de volgsystemen die in het basisonderwijs worden gebruikt. Aan de hand van de observatiedoelen kunnen we de ontwikkeling van de kinderen op de voet volgen en ook eventuele achterstanden en/of voorsprongen tijdig signaleren.  

Na het afronden van een observatie geeft het perioderapport aan de hand van de verkregen observatiegegevens een duidelijk beeld van de ontwikkeling van een kind. Het geeft weer welke doelen het kind beheerst, welke doelen in ontwikkeling zijn en welke doelen het kind nog niet beheerst. Hierdoor kunnen we doelgericht bij het niveau van het kind aansluiten. Bij de oudergesprekken zullen we het perioderapport samen bespreken.
Deze gesprekken zullen omstreeks de leeftijd van: 1, 2 en 3 jaar plaatsvinden. Het eind-evaluatiegesprek vindt plaats net voor de overgang naar de basisschool (± 3 jaar en 10 maanden). Tijdens het laatste evaluatiegesprek (vlak voordat het kind naar de basisschool gaat) zal er gebruik worden gemaakt van het overdrachtsrapport. Het overdrachtsrapport is een overzicht van de behaalde landelijke beheersingsdoelen. Deze eindtermen zijn de aansluiting met het basisonderwijs en belangrijk voor de overdracht naar groep 1. Ouders ontvangen tijdens dit gesprek een kopie van het overdrachtsrapport. ’t Hummelhûûske hanteert een ‘koude overdracht’. Dat wil zeggen dat wij géén contact met de basisschool onderhouden m.b.t. de overdracht. Ouders kunnen zelf bepalen of ze het overdrachtsrapport op school overhandigen. Indien wenselijk, kan een school altijd contact met ons opnemen, mits de ouder(s) ons hiervoor toestemming heeft/hebben gegeven.

Mochten er bijzonderheden of problemen gesignaleerd worden tijdens een observatie, dan zal de mentor, in overleg met de overige pedagogisch medewerkers die het kind in de groep hebben, dit in kaart brengen. Ouders zullen hiervan altijd op de hoogte gebracht worden en dit zal te allen tijde in samenspraak gebeuren. Er zullen gesprekken met de ouders worden gepland om de observaties/signaleringen te bespreken. In eerste instantie verwijzen wij de ouders door naar het consultatiebureau of huisarts. Indien gewenst kan de mentor de ouders ook informeren over de mogelijkheden van andere passende instanties die de ouders hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden.


Indien nodig kunnen instanties (met toestemming van de ouders/verzorgers) een beroep doen op ons om informatie m.b.t. het kind uit te wisselen. De mentor zorgt dat er tijdens dit proces regelmatig terugkoppeling is naar de ouders/verzorgers om het verloop te volgen en daar waar nodig is te ondersteunen.